Leenstelsel

Het leenstelsel was een manier van besturen. Karel de Grote was de leenheer. Hij verhuurde zijn grond aan leenmannen. Leenmannen waren mensen als graven, heren of hertogen. Zij konden ook weer stukken land verhuren aan achterleenmannen. De leenman kan wetten maken voor zijn stukje land. Hij is ook verantwoordelijk voor orde en verdediging voor indringers. Bijna alles wat voor inkomsten zorgt kan een leen zijn, alles waar de leenman dus profijt van heeft: een stuk land met rechten en inkomsten of een ambt. Van zijn kant is de leenman de leenheer een aantal diensten verschuldigd: raad; deelname aan zijn hof en zijn rechtbank. Daad; militaire steun, of ook financiële tussenkomst, wanneer bijvoorbeeld de oudste zoon huwt. Vandaar dat het leenstelsel zowel 'zakelijke' als 'persoonlijke' rechten bevat.

 

 

Na zijn dood

 

Toen Karel in 814 overleed viel zijn rijk uiteen. Het werden toen 2 rijken: West-Francië Oost-Franië. West werd uiteindelijk Frankrijken uit Oost ontstond Duitsland. Toen Karel overleed gingen de leenmannen die de grond van Karel leende steeds meer als hun eigen bezit beschouwen. Zeverhuurde de grond uiteindelijk aan andere edelen. Ook werd Europa na de dood van Karel de Grote onveilig.